In het oprichtingsjaar van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel was Willem V nog stadhouder en leefden de geleerden Voltaire en Rousseau.

In het oprichtingsjaar van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel was Willem V nog stadhouder en leefden de geleerden Voltaire en Rousseau. Napoleon was nog maar net uit de luiers. Terwijl vrijheidsstrijder George Washington in 1789 de eerste president van Amerika werd, leed de Republiek onder de zwaarder wordende concurrentie van het buitenland.

De economie van de Republiek was kwetsbaar. Niet alleen wegens de toenemende concurrentie, maar ook doordat zij grondstoffenarm was en over een kleine binnenlandse markt beschikte. Men kocht mondjesmaat de dagelijkse behoeften. De koopkracht nam af en veroorzaakte slechte tijden voor de nijverheid, transport, ambacht en handel.

De gouden tijden waren voorbij voor Nederland en dat wilde men niet begrijpen. Hoe kon het dat de zeventiende-eeuwse bloeiperiode in de handel over was? Verschillende pogingen tot herstel werden gedaan. Al in 1751 wilde Willem IV een vrijhaven creëren, zodat in- en uitvoerrechten konden worden bespaard. In 1766 werd het tijdschrift De Koopman opgericht, waarin medewerkers oplossingen probeerden te vinden voor het economische verval. In 1777 kwam daar de Oeconomische Tak bij om middelen te zoeken ter versterking en instandhouding van de stapelmarkt. De in Haarlem opgerichte Oeconomische Tak is de voorloper van de huidige Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel.

Wat kan De Maatschappij voor u betekenen?

Lid worden